zondag 4 augustus 2013
In de trein van Hamburg naar Osnabrück vond ik de Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ) van zaterdag 3 augustus. Ik zit bijna nooit in die trein en ik lees die krant anders ook zelden. Dus is het toeval dat ik stuitte op het verhaal van Jan Stoops, de jongen uit Breda die in 1962 deserteerde en politiek asiel vroeg in Oost-Duitsland.
De Duitse auteur Peter Köpf heeft een boek geschreven over westerse militairen, die deserteerden naar Oost-Duitsland (Wo ist Lieutenant Adkins? Das Schicksal desertierter Nato-Soldaten in der DDR. Ch. Links Verlag, Berlin 2013).
Het verhaal van Stoops is beschreven, mede aan de hand van de archieven van de Stasi, de voormalige Oost-Duitse inlichtingendienst.
Stoops deserteerde, zo vertelt de Nederlander aan de FAZ, omdat hij niet wilde meevechten in het Nederlandse leger tegen Indonesië in Nieuw-Guinea.
Dat is iets anders dan wat de Nederlandsee media in de dagen na zijn desertie op gezag van de legervoorlichtingsdienst meldden.
De Telegraaf schreef op 27 april 1962 dat Jan Stoops vanwege de liefde naar de O.-zone (zoals Oost-Duitsland werd genoemd) was gegaan. “De liefde voor een Ootsduitse schone heeft de 21-jarige dienstplichtige soldaat Jan Stoops buiten het bereik van de krijgstucht in de armen van het Oostduitse propaganda-apparaat gedreven”, schreef de Haagse redactie van de Telegraaf.
Volgens De Telegraaf had hij zijn moeder gemeld dat hij naar Amersfoort ging, omdat hij een oefening zou hebben in Duitsland. “In werkelijkheid had hij echter veel eerder bij de commandant van het 42ste infanterie-tankbataljon in Ermelo, waarbij hij diende, een rekest ingediend met het verzoek zo spoedig mogelijk met verlof naar Oost-Duitsland te mogen gaan om daar zijn bruid af te halen”, wist de krant te melden.
Het Vrije Volk meldde dezelfde dag op gezag van het Algemeen Nederlands Persbureau, dat de gedeserteerde soldaat toestemming had gekregen om naar Oost-Duitsland te gaan “vermoedelijk om met zijn daar wonend meisje te kunnen trouwen.”
De Oost-Duitse propaganda had daar volgens de Telegraaf een heel ander verhaal van gemaakt: “Woensdag, enkele uren nadat Stoops zich weer had moeten melden kwam de communistische propaganda in werking. “Stoops is gedeserteerd,” heette het, “omdat hij niet voor de nazi’s wenste te vechten en omdat hij evenmin van plan was het koloniaal bewind in Nieuw-Guinea te helpen in stand te houden.” Men verzuimde zelfs niet Stoops dit woensdagavond voor de t.v. te laten bevestigen”, zo schreef De Telegraaf in 1962.
Was het propaganda? En zo ja, van welke kant?
Als we Stoops nu mogen geloven had de Oost-Duitse Nachrichtendienst het bij het rechte eind. Stoops was niet van plan dienst te doen bij een legeronderdeel dat ingezet zou worden in Nieuw-Guinea. “Für mich war klar: Ich geh da nicht hin”, zegt hij in de FAZ van 3 augustus 2013. De krant schrijft over Stoops: “Er weiß, dass der “Ostblock” Indonesien unterstützt, und überlegt, sich nach Polen abzusetzen. Dann aber ist ihm Deutschland doch lieber, auch weil er die Sprache schon ein bisschen kennt. Eine Woche Urlaub im Frühjahr 1962 nutzet er zur Flucht.”
Niets over een liefje in Oost-Duitsland. Sterker nog, de liefde komt pas later om de hoek kijken, als hij amoureuze relaties aanknoopt met een meisje van de boekhouding van het bedrijf waar hij inmiddels werkt.
Ondertussen komt zijn moeder bij hem op bezoek. De eerste keer – in 1964 al – is ze erg zenuwachtig. In Nederland werd veel onzin over Oost-Duitsland verteld, zoals in het oosten veel onzin over het Westen werd verteld, zegt Stoops nu.
De Stasi doet nog pogingen hem in te lijven als informant. Dat loopt op niets uit, omdat Stoops gewend is zijn mening niet onder stoelen of banken te steken. In 1968 – dan is hij al twee jaar getrouwd met zijn Helga – laat hij dat nog eens duidelijk blijken als de werknemersvereniging goedkeuring moet geven aan de interventie in Tsjechoslowakije. Dat kon hij niet: “Ich bin aus meinem Land geflohen, weil es einem anderen Land die Freiheit nicht geben wollte. Jedes Volk soll selbst entscheiden, wie es leben will.” Hij gooit zijn lidmaatschapsboekje demonstratief de zaal in, hetgeen enig rumoer geeft. Stoops blijft bij zijn mening.
In 1974 – zijn desertie kan wegens verjaring niet meer bestraft worden – komt hij voor het eerst terug in Nederland. Voor hem is dat relatief eenvoudig, omdat hij zijn Nederlands staatsburgerschap heeft behouden. Zijn kinderen – in Oost-Duitsland geboren – zijn ook Nederlands. In 1975 komt hij definitief terug met zijn hele gezin.
Stoops woont nu in Etten-Leur.
Het lijkt er op dat de Nederlandse legervoorlichtingsdienst destijds iets meer aan propaganda deed dan de Oost-Duitse. Stoops deserteerde echt uit politieke motieven. “De geschiedenis heeft me gelijk gegeven. Daar ben ik trots op”, zegt hij.