De pers is lui

maandag 2 maart 2009

In de jaren ’50 was het heel normaal dat de regering van tijd tot tijd de hoofdredacteuren van de Nederlandse kranten bij zich riep om een bijpraatsessie te hebben over het beleid. Zo was er indertijd ook een gesprek met de hoofdredacteuren over de crisis op Soestdijk, waar de verhoudingen tussen Bernhard en Juliana verslechterden onder invloed van een gebedsgenezeres.

De pers besloot de kwestie volstrekt ongenoemd te laten. Het nieuws kwam pas naar buiten nadat Bernhard bevriende buitenlandse journalisten had ingeschakeld om het verhaal te publiceren.

Volgens schrijver, historicus en jurist Cees Fasseur lijdt de Nederlandse pers nog steeds collectief onder het trauma van de jaren vijftig. Toen werd alles onder de pet gehouden. De schaamte over de terughoudendheid in de jaren ’50  is er de oorzaak van dat nu elke scheet over het koningshuis wordt gepubliceerd, waar of niet. Fasseur vroeg zich af waarom journalisten niets schrijven over de escapades van Tweede Kamerleden. “Ja, van Harry van Bommel weten we het nu, maar ik zou het zo graag ook weten van die andere 149 kamerleden. Waarom schrijven journalisten daar niet over?”

“Ik lunchte een tijdje geleden met redacteuren van De Volkskrant. Zij gaven mij het antwoord. ‘De privézaken van Kamerleden vallen onder de Nieuwspoortcode, daar schrijven we niet over.’ Maar die code geldt kennelijk niet voor het koninklijk huis”, aldus Fasseur.

“Mensen zijn lui, en journalisten dus ook. Vroeger waren er bijeenkomsten met hoofdredacteuren. Maar nu hebben alle ministeries voorlichters in dienst die de journalist vertellen waar ze over moeten schrijven. Dat is gemakkelijk voor de journalist. Maar daardoor doet de pers niet meer wat haar eigenlijke core-business is: eigen onderzoek doen.”

Fasseur sprak op een bijeenkomst van het Historisch Centrum Overijssel. Hij gaf en passant ook nog Pieter van Vollenhoven, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en echtgenoot van prinses Margriet, een veeg uit de pan. Van Vollenhoven weigert de zwarte doos van het gecrashte Turkse vliegtuig door het Openbaar Ministerie te laten onderzoeken en hij vertelde dat bij het televisieprogramma Nova.

“Hoe bestaat het dat Van Vollenhoven dat in het openbaar durft en kan zeggen? En waarom stelt de journalist van Nova niet één kritische vraag, waarin het standpunt van het Openbaar Ministerie er tegenover wordt gesteld. Kennelijk is er tegen Van Vollenhoven geen kritiek mogelijk. Het was: de prins spreekt.”

Fasseur trekt de vergelijking met de jaren ’50 toen kritiek op de monarchie niet bestond. “Het was in die tijd onbestaanbaar in het openbaar kritiek uit te oefenen op het koningshuis.”

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.